Deze brouwerij was oorspronkelijk gevestigd in de Bogardstraat op de plek of achter de woning van nr 5 en/of 7. In 1592 kreeg deze brouwerij een hard dak, volgens Hss, inv.nr 881-I. De Bogardstraat werd in 1591 bestraat en in 1593 werden er verscheidene huizen gebouwd. Vanaf in ieder geval 1637 was de brouwerij gevestigd op de plek waar eerst het huis Rouwanen en later de Noorderkerk stond. In het begin van de 18de eeuw werd de brouwerij ook De Pot genoemd. 1597-1600 Loijs, de brouwer, leverde in deze periode bier aan het gasthuis en in 1600/2 111 tonnen Meuselaar bier                      t.b.v. het leger in Z-Vld. en werd er betaald voor geretourneerde ledige vaten volgens rekening Rkk C,                      inv.nr 14480. Hierin staat dat Loijs woont in de Bogardstraat in De Tinnen Pot.                      Op 5 januari 1600 kocht Geeraert de Huvette een rentebrief op een erf en brouwerij in de Bogardstraat,                      aankomende Loys, de bij de voornoemde Geeraert verkocht deze aan Hans Fresenij.                      In 1601 verhuurde de weduwe van Loijs, de brouwer, de woning, tegenwoordig nr 5, met 4 haardsteden,                      aan Thiryel Leeman. In het haardstedengeld 1606 is de woning nr 5 in het bezit van Pauwels de Melier,                      verhuurd aan dezelfde Leenman. Deze woning kreeg later de huisnaam De Oude Tinnen Pot.                      In het haardstedengeld 1606 staat als eigenaar van de brouwerij nr 7 Pauwels de Melier vermeld,                      hetwelk door hem wordt bewoond en twee schouwen heeft, daarin begrepen het fornais. Met het fornais                      zal een verwarmingsbron voor de bierketel bedoeld zijn, waarin de wort 1 of meerdere uren wordt                      gekookt, terwijl er ook kruiden aan worden toegevoegd. 1600-1608 Pauwels de Melier leverde in 1601 bier aan o.a. het gasthuis. 1608-1610 De weduwe van Pauwels de Melier leverde bier in 1608 aan het gasthuis. 1615-1628 “Anthonis Walram” betaalde op 3 oktober 1622 1 pond Vlaams volgens de 1/1000ste penning, uit StvZ,                      inv.nr 1770. Antoine Walleran werd geboren in Douchy (les Mines) in het arrondissement Valenciesses                      in Noord Frankrijk. Hij vluchtte naar Middelburg en overleed daar op 12 november 1628 en werd in de                      Waalse kerk te Middelburg begraven. Hij huwde 3 maal.                      In zijn 2 testamenten van 1615 en 1628 staat hij vermeld als brouwer.                      In een inventaris van de goederen en de middelen opgemaakt na het                      overlijden staat o.a. vermeld dat hij brouwer was in de “Dry Tonnekens                      in de Bogardstraat” en o.a. “een silveren croes oft brouketel” naliet.                                           *Jasper Sandra ca. 1593 geboren te Tourcoing in Frankrijk werd genoemd                      als (wijn) koopman en eigenaar van “De Tinnen Pot” Hij werd lidmaat in                      Middelburg op 30 augustus 1613 en poorter op 22 februari 1628.                      Hij huwde in Middelburg op 14 augustus 1618 met Louise Mathieudr.                      Segard, geboren op 6 januari 1593 in Moiveau bij Rijssel in Frankrijk.                      Zij kregen 10 kinderen. Jasper Sandra stierf op 9 juni 1637 en werd                      begraven in de Waalse kerk.                                                                                                                                                                                                                                  Familiewapen van Walleran,                      Louise hertrouwde met Pierre Charlesz. Buteux, die in ca, 1610 in Amiens        met een omgekeerde korf                      was geboren. Louise overleed op 15 februari 1658 en werd begraven in de       en 2 gekruiste moutrieken.                      Waalse kerk, in het graf van haar eerste man Jasper Sandra.                      Pierre huwde voor de 2e keer op 30 oktober 1658 met Anna Everaert en                      voor de 3e keer op 25 maart 1676 met Jacoba Walleran, de weduwe van                      zijn stiefzoon Jean Sandra.   De brouwerij is verhuisd naar waar ooit het huis Rouanen in de Bogardstraat stond 1637-1651    Pieter “Walram” was de zoon van Antoine Walram en trouwde op 22 juni 1625 met Catharine Hoekmans.                      Deze Catharina Hoekmans was de dochter van Pierre Hoekmans en Sara “Imbrecgts”, die in Middelburg                      trouwden op 15 januari 1594.                      Sara Embregts was geboren te Antwerpen en overleed te Middelburg rond 1633.                      Na haar overlijden werd in de stukken betreffende de afwikkeling van de nalatenschap vermeld dat het                      stookhuis 52.19.0 en het huis “Roanen in de Boogaertstrate” 602 ponden Vlaams opbracht.                      Pierre Hoekmans was in 1601 eigenaar en bewoner van het huis achter Rowaenen met 3 haardsteden.                      In 1606, na het overlijden van Pierre Hoekmans betaalde de weduwe Sara Imbrechts het haardstedengeld                      over 3 schouwen, “daerinne begrepen de schouen van stijffelhuijs”.                      Pieter Walleram was in januari 1637 eigenaar en betaalde aan de gemeente 1 jaar rente op zijn huis,                      eertijds genoemd Rouanen en nu zijnde een brouwerij genaamd “De Tinne Pot”.                      Hij leverde bier in 1651 aan het gasthuis en huurde van de Godshuizen een regenbak van 25 juni 1636 tot                      1 februari 1657.                      Pieter had 5 zusters en 1 broer. Eén van de zusters was Marguerite, geboren te Lille en op 30 maart 1625                      getrouwd in Middelburg met Mattieu Everaers brouwer in de 3 Tonnekens.                      Eén andere zus was Catherine. geboren te Lille en zij trouwde met Benjamin Lieman.                      Haar 2e huwelijk was op 18 januari 1632 in Middelburg met Guillaume de L’Ange, geboren te Calais.                      Haar 3e huwelijk was op 23 maart 1641 in Middelburg met Gelin Paldinck.                      De laatste 2 echtgenoten waren brouwers in de brouwerij Den Engel. 1652-1653    De broers “Jan Sandroo” en “Jasper Sandroy” leverden in resp. 1652 en 1653 bier aan het gasthuis.                      Zij waren 2 kinderen uit het huwelijk van Jasper Sandra en Louise Mathieudr. Segard.                      Jan of Jean werd gedoopt in Middelburg op 8 augustus 1625. Hij was (wijn) koopman en reder van een                      kaapvaarder. Hij trouwde in MIddelburg op 10 juni 1649 met Jacoba Walleran, dochter van Pierre Walleran                      en Catharina Hoekmans. Zij kregen 8 kinderen. Eén van de kinderen was Jaboba. Zij trouwde met Jacobus                      Macaré, de latere brouwer van deze brouwerij.                      Jan of Jean overleed op 16 april 1672.                      Jasper werd in Middelburg geboren op 14 september 1628, werd lidmaat van de Waalse kerk te                      Middelburg op 5 mei 1645 en trouwde te Vlissingen op 26 december 1654 met Anna Jansdr. Andriessen.                      Hij overleed te Vlissingen op 27 november 1660. Aldaar begraven op 3 december 1660 in de Oude Kerk. 1654-1665 Coenraet Hulstman, afk. uit Utrecht, ging in ondertrouw op 27 februari 1638 met Susanna Maccaré.                      Deze Susanna werd op 27 juli 1610 gedoopt in Middelburg en werd in de Waalse kerk te Middelburg                      begraven op 12 december 1659.                      Coenraet leverde regelmatig bier aan het gasthuis in de periode 1654-1667 en huurde hij een regenbak                      van de regenten van de Godshuizen vanaf 1 februari1657 voor 7 jaren. 1665-1678    Pieter Macaré (de oude), gehuwd, voor de 1e maal van zijn 4 huwelijken, te Middelburg op 2 april 1642                      met Elisabeth Nachtegael, geboren te Middelburg op 17 september 1617, zij werd gedoopt te Gapinge op                      17 juni 1624 en overleed te Middelburg op 18 januari 1649, kocht de brouwerij met huis in 1665 voor                      1200 ponden Vlaams van Hulstman en betaalde het stadsuniegeld op 5 november 1665.                      Op 16 april 1668 kocht hij een mouterij in de Christoffelstraat.                      Hij leverde in de jaren 1668-1671 bier aan het gasthuis en huurde voor de tijd van 7 jaren een regenbak                      van de regenten van de Godshuizen vanaf 4 februari1669 voor 11 ponden Vlaams per jaar.                      Op 18 maart 1671 werd zijn bezit op 6000 ponden Vlaams getaxeerd.                      Zijn zoon Jacob(us) Macaré, geboren te Middelburg op 20 december 1647, nam het beheer van de                      brouwerij vanaf 1673 over van zijn vader. In dat jaar, op 27 september, huwde hij met Jacoba Sandra.                      Jacobus leverde bier aan het gasthuis in de jaren 1673-1677 en leverde ook bier aan de W.I.C.-schepen                      “De Jonge Phenix en de “Tholen”. Hij overleed op 30 augustus 1677 te Middelburg en werd in de Waalse                      kerk op 7 september 1677 begraven, waarna Jacoba Sandra de brouwerij voortzette. 1678          De weduwe van Jacobus Macaré kocht de brouwerij en het belendend huis van de erfgenamen van                    Pieter Macaré de oude voor 466.17.4 ponden Vlaams (de helft) van de erfgenamen van haar schoonvader                    Pieter Maccare. Zij betaalde maar over de helft het stadsuniegeld op 21 januari 1678 en leverde In 1678                    bier aan het gasthuis. 1679-1694  Jacoba Sandra trouwde voor de 2de maal in Middelburg op 20 december 1679 met Jacob Wils.                    De brouwer Jacob Wils leverde bier in de jaren 1679-1694 aan het gasthuis. Hij werd op 23 december                    1695 begraven in de Oostkerk te Middelburg.                    Op 20 februari 1679 werd Rachel Boene begraven volgens de begraaflijst, met als adres: De brouwerij                    van de Pot. 1695-1698  De weduwe van Jacob Wils, Jacoba Sandra, leverde in deze periode bier aan het gasthuis. Zij werd                    begraven in de Oostkerk op 6 mei 1700. 1699-1713  Pieter Macaré, zoon van Jacobij leverde in deze periode bier aan het gasthuis. Ook werd bier door de                    W.I.C. en V.O.C. naar de diverse gewesten getransporteerd en daar verkocht. Zijn oom Pieter Macaré de                    Jonge ontving op 19 september 1703 in Colombo met het schip “de Vrijburgh” twee “tonnies bier, wel                    gecondissionn.t, daer van het een seer puyk en goet, maar het ander een weinig aan de sure kant is” en                    adviseerde “”laet (het bier) dogh in de beste tijt gebrouwen sijn, vet en swaer van goet water en out mout,                    wel gehopt”.                    In Zeeuwen en de VOC schrijft D. Roos dat in een brief uit 1703 van Pieter Macaré (de Jonge) o.a. eigenaar                    van een mouterij in de Vogelzankstrate, de tegenwoordige St. Antheunisstraat, aan Pieter Macaré Jacobsz                    dat het bier van de concurrerende “De Drie Tonnen” minder zuur, maar wel dunner en schraler was dan het                    bier uit het familiebedrijf De Tinnen Pot.                    De handelswaren van Pieter lagen opgeslagen in het pakhuis “Den Engel”, dat in 1704 met                    aanzienlijke schade afbrandde. (Op het Bagijnhof was een brouwerij en mouterij met dezelfde naam, alwaar                    ook in 1704 een brand woedde! Deze Pieter Macaré was in Middelburg geboren op 16 juli 1674. Hij trouwde                    te Veere op 4 februari 1699 met Johanna Maria van Dusseldorp. Zij was op 11 juni 1677 geboren te                    Middelburg. Hij werd schepen en raad te Middelburg, nam deel aan de lucratieve kaapvaart, was                    hoofdparticipant van de V.O.C. en de W.I.C.  Pieter had ook het bij Oostkapelle gelegen lusthof                    “Swanenburgh” in zijn bezit. Hij overleed op 5 september 1714 en werd begraven in de Oostkerk. 1714         Joanna Maria van Dusseldorp leverde in dit jaar bier aan het gasthuis. Zij erfde van haar vader                    De Gouden Poorte in de Wagenaarstraat, alwaar zij ook ging wonen. Zij hertrouwde in Middelburg op                    15 augustus 1719 met Henricus de Frein, predikant te Middelburg. Voor de Frein zijn 4e huwelijk. Na haar                    overlijden in Middelburg op 17 oktober 1740 liet zij na aan haar kleinzoon, Pieter Johan Macaré, “het huys                    ende erve staande naast brouwerie de Pot” Zij werd in het familiegraf in de Nieuwe kerk begraven. 1724-1734 Jacob Wils leverde in deze jaren bier aan de Godshuizen en aan de V.O.C. In de Middelburgse Naamwijzer                    van het jaar 1732 staat deze Jacob als regent van het Gasthuis, met daarbij vermeld in de brouwerie De Pot.                    Vanaf 1730 - 1734 was hij één van de directeuren van de MCC. 1735-1741  De weduwe van Jacob Wils, genaamd Jacoba Aartsen, leverde in deze jaren bier aan het Gasthuis. 1741-1748 Jacoba Aartsen en haar stiefzoon Jacob Wils leverden bier in deze jaren aan het gasthuis. 1749-1755 Jacob Wils leverde in deze jaren bier aan het gasthuis. 1760         De brouwerij staat te koop. 1763-1769 “Joh. Nitsenberg” koopt op 3 mei 1763 de brouwerij voor 1500 ponden Vlaams van Mr Reynier de                   Vries.                   1766          Jan Nitzenberg                                     Volgens de gedrukte notulen van de Staten van Zeeland van 2 december 1773 zijn er in Middelburg                   nog maar 2 brouwerijen actief. De Tinnen Pot zal dus voor 2 december 1773 gestopt zijn met brouwen.                   Brouwerij De Pot leverde bier van 1765-1769 aan de VOC op Ceylon. 1774        Johannes Jacobus Landrij C.s. kochten op 4 februari 1774 de brouwerij van J. Nitzenberg.                 
De Tinnen Pot
Tekst uit Rkk C, inv.nr 14480 waarin staat dat Loys de brouwer, wonende in de Boogaertstraat in den Tinnen Pot, wegens teruggave voor ledige tonnen 9.8.1 ponden Vlaams heeft betaald. (1600) Advertentie uit de Middelburgsche Courant van 17 mei 1763. Advertentie uit de Middelburgsche Courant van 20 november 1766. Advertentie uit de Middelburgsche Courant van 14 januari 1764. Ontvangen door de weduwe Jacoba Aartsen en zoon een bedrag van 27.4.10 ponden                               Vlaams voor geleverd bier in 1745 aan het gasthuis. Advertentie uit de Middelburgsche Courant van 28 augustus 1760. Deel van een stuk uit 1763, afkomstig uit Rkk D, inv.nr 69421. Uit Godshuizen oud archief, inv. nr 1384.1 het 3e schuldboek. Uit Godshuizen oud archief, inv. nr 1384.2, het 15e schuldboek. Advertentie uit de Middelburgsche Courant van 12 april 1783. Acquit uit Rkk D, inv.nr 69531 over de koop/verkoop van de brouwerij in 1774 voor 500 ponden Vlaams.