Den Wolsack
                          Volgens het haardstedengeld 1601 in de Lange Delft: bewoner van het voorste quarthier Sampson de Keyser,                           laecken cooper, met 4 hrdstdn. achter dit huis stond de brouwerij met als bewoner Cornelis van de Broucke,                           met 3 hrdstdn.                                                     In 1603 werd door de gemeente betaald voor een pannedak op zijn “nieuwe” brouwerij De Wolsack, staande                           in de Langedelft, aan Cornelis van den Broeke.                           Volgens Kesteloo 1603 kreeg Cornelis van den Broucke toelage voor pannendak op zijn “nieuwe” brouwerij,                           genaamd de Wolzak, in de Langedelft.                           In 1603 was Cornelis Oirkens brouwersgast in De Wolsack en heeft aan het gasthuis 20 schellingen                           gelegateerd.                           Volgens het haardstedengeld1606: (Huis de Wolsack) eigenaar Cornelis van den Broucke, huurder Davidt                           Franchoise, met 4 hrdstdn. De brouwerij achter dit huis had als eigenaar en bewoner Cornelis van den                           Broucke, 3 hrdstdn, incl de fornaisen.                           Uit Beeckman Journaal, deel II, 1621, waarin staat dat de brouwerij De Wolsack in 1612 toestemming kreeg                           om water te halen uit de haven d.m.v. buizen welke onder het plaveizel door Francois Buys waren gelegd tot                           aan de brouwerij. In 1613 haalde van den Broucke water met wagens van elders en in 1617 per boot uit                           Holland.                           Cornelis van den Broucke leverde in 1615 bier aan het gasthuis en koopt op 30 november 1616 voor 247                           ponden een huis en hofstede op de Wal, naast de uitgang van Den Wollesack. De brouwershuisvrouw                           Willemyntten Cornelis van Cornelis van den Broucke heeft anno 1617 aan het gasthuis 4.3.4 ponden Vlaams                           gelegateerd.                           Cornelis van den Broecke hertrouwde in 1618 met Cateline Oyllaerts, zuster van Mr Sebastien Oyllaerts                           Volgens de 1/1000ste penning uit de StvZ, inv.nr 1770, betaalde op 18 sep. 1622 Cornelis van de Broucke,                           brouwer, 6 ponden Vlaams. Hij stierf in Middelburg op 29 september 1629.            1649         Volgens de stadsrekening werd in dit jaar 266 ponden, 13 schellingen en 4 groten Vlaams betaald aan Catharina                           Oillaerts ('s-Gravezande schrijft in zijn boek Tweede eeuwgedachten ... de naam Villiaers), vrouw van Cornelis                           Quaetgebuer, als een 'vereering voor het afbreken van de brouwerij De Wolzak ende doortrecken van een                           straete'.                           Met deze straat wordt de Nieuwe Kerkstraat bedoeld.
In dit stuk uit de Rkk C, inv.nr 14510 staat dat Cornelis vanden Broucke, brouwer inden Wolsack, 20 “Bordeenssen ocxhoo(f)den schipsbier” leverde. (1602)
Volgens Kesteloo IV werd er achter het huis De Wolzak in de Langedelft een brouwerij gebouwd in 1552.
Deel van een tekening van kaart nr 3, met daarop getekend de brouwerij De Wolzak met de jaartallen 1552-1649, behorende bij: Onderzoek naar de eerste omwalling en omgeving der Stad Middelburg, door P.K. Dommisse. In Archief Z.G.D.W. 1904.
1572-1573 Brouwer Geert Bouwensz. in het “Kerckstraetken” leverde bier in deze jaren aan het gasthuis. 1576          Uit het cohiergeld van 1576: in het “Kerckstraetken” het huis met de brouwerye en zijn toebehoren, bewoond                   als eigenaar Geert Bouwensz.                   Een rente van een pond per jaar, gehypotiqueert op een huis staande binnen deze stad in de Langedelft,                   genaamd Den Wolsack, verschijnen alle jaren de 18 (of 28) maart die nu betaald word bij Cornelis van den                   Broucke, brouwer. Tot de rente is dienende een schepenenbrief dezer stad Middelburg in dato 21 maart 1580,                   betreffende een onvrije rente van een pond groot Vlaams per jaar op een huis staande in de Langendelft                   genaamd Den Wolsack wesende een brouwerij binnen deze 4 gemercken:                   Voor het huis genaamd Het Molenyser, zuyt s'Heerenstrate de Langedelft, west de weduwe van Adriaen                   Claessen en de noord uytkomende met een gang op de Wal, 18 (of 28) maart alle jaren. 1584          Geert Bouwens leverde in dit jaar bier aan het gasthuis. 1585          Mayke Brouwers leverde in dit jaar bier aan het gasthuis. 1596-1600 Pieter de Coninck werd als brouwer vermeld in Rkk C, inv.nrs 14430 en 14440 over de jaren 1596/7, waarin hij                   in totaal 206 tonnen Meuselaar bier 176 oxhoofden scheepsbier leverde, t.b.v. het leger in Z-Vld.                   In 1597/8 leverde hij 63 oxhoofden scheepsbier, uit Rkk C, inv.nr 14450.                   In Rkk C 14600 over de jaren 1598/9 staat vermeld als “broutster” de weduwe van “Pieter de Cueninck”. 1600-1625 Cornelis van den Broucke, geboren te Antwerpen in 1568, als nieuwe echtgenoot en brouwer genoemd in de                   rekeningen Rkk C, inv.nrs 14480/490/500 over de jaren 1600/2.
“Cornelis vanden Broucke, ghetrout hebbende de weduwe van Pieter de Conijnck, brouwer tot Middelburch, Inden Wolle Sack” betaalde een bedrag van 10.1.3. pond Vlaams, wegens terug ontvangen lege tonnen. Uit de Rkk C, inv. nr 14480 over de jaren 1600/2.